27 september 2024
Door: Suzanne Kieft - DOVA / ov-data
Als opdrachtgever van het regionale openbaar vervoer hebben de decentrale OV-autoriteiten behoefte aan monitorinformatie. Deze informatie is van belang om ontwikkelingen te kunnen volgen en waar nodig bij te sturen. Monitorinformatie is ook nodig om de besteding van publieke middelen te kunnen verantwoorden naar de politiek en de maatschappij. Naast monitoring en verantwoording is deze informatie ook belangrijk voor besluitvorming, beleidsontwikkeling en aanbestedingen. Het Model Informatie Profiel Openbaar Vervoer (MIPOV) biedt de OV-autoriteiten sinds 2001 handvatten voor het maken van afspraken met de vervoerders over de opzet en inhoud van de monitor- en aanbestedingsinformatie.
Sinds enige tijd wordt er in samenwerking met de deelnemers van het DOVA-netwerk Data- en Informatiemanagement, waar alle decentrale OV-autoriteiten aan deelnemen, gewerkt aan een geheel vernieuwde opzet van het MIPOV (zie ook het MIPOV-vierluik in eerdere DOVA-nieuwsbrieven). Het nieuwe MIPOV zal gaan bestaan uit een beschrijving van circa 15 thematische databestanden die samen met o.a. het OV-lexicon (definities en rekenregels) een kwaliteitsimpuls gaan geven aan de datahuishouding en informatievoorziening van het regionale openbaar vervoer in Nederland.
Qua databestanden onderscheiden we vijf profielthema’s:
1. Aanbodkwantiteiten: dienstregeling, reisproducten en wagenpark
2. Uitvoeringskwaliteiten: punctualiteit, rituitval, vervoersgarantie en duurzaamheid
3. Gebruikscijfers: reizigers (en transactiewaarden) per halte/station, voertuig/lijn en herkomst/bestemming
4. Ongemak: incidenten, klachten en verstoringen
5. Financieel: gerealiseerde opbrengsten
Door MIPOV te benaderen als op te leveren thematische databestanden in plaats van voorgeschreven tabellen, wordt het aantal elementen sterk verminderd. Door toevoeging van extra variabelen in de databestanden komt er meer informatie beschikbaar en ontstaan er extra analysemogelijkheden. Omdat het nieuwe MIPOV regelt dat met dezelfde formats, definities en rekenregels wordt gewerkt, is het ook mogelijk om op termijn de MIPOV-bestanden op een gemeenschappelijke en centrale locatie te gaan verzamelen. Hiermee kunnen dashboards worden gevoed en kunnen de OV-autoriteiten de gegevens gebruiken om eigen rapportages en visualisaties te maken. Daarnaast zijn de bestanden vergelijkbaar en aggregeerbaar t.b.v. bijvoorbeeld de landelijke “Staat van het OV”.
Zowel de OV-autoriteiten als de stad- en streekvervoerders maar ook kennisinstellingen zoals het CROW en het KiM hebben baat bij deze nieuwe transparante, uniforme en flexibele werkwijze. Na vaststelling van de opzet en inhoud van het nieuwe MIPOV kan deze direct in gebruik worden genomen voor nieuwe aanbestedingen. Voor alle lopende concessies wordt in overleg met de betrokken concessieverleners en –houders bekeken in hoeverre het mogelijk is om gezamenlijk en tegelijkertijd over te stappen naar de nieuwe opzet.
In de “Concessiebijlage datasets OV” wordt vastgelegd welke datasets vervoerders voor reisinformatie aan moeten leveren, welke criteria er gelden op gebied van datakwaliteit (tijdigheid, juistheid, volledigheid) en hoe de datakwaliteit wordt gemeten. Tot 2021 was deze concessiebijlage volledig gericht op reisinformatie. In 2022 is een hoofdstuk toegevoegd over monitorinformatie waarin de eerste aanzet tot de vernieuwing van het MIPOV is beschreven. Door het MIPOV onder te brengen in dit document kan de (eenduidige centrale) aanlevering van informatie worden geregeld en jaarlijks geactualiseerd worden. Eind 2025 zal de nieuwe opzet van het MIPOV integraal worden opgenomen in de concessiebijlage als concrete invulling van de hoofdstukken eisen monitor- en aanbestedingsinformatie. Alle decentrale OV-autoriteiten schrijven de concessiebijlage voor bij nieuwe aan- en inbestedingen en spreken met de vervoerders af dat zij de jaarlijkse actualisatie overnemen.
De vernieuwde opzet en uitwerking van het MIPOV wordt komende maanden inhoudelijk afgestemd met de OV-autoriteiten en de vervoerders. Daarna willen we proef gaan draaien met een of meerdere concessies en de (technische) documentatie in orde laten maken t.b.v. de besluitvorming uiterlijk medio 2025.