Vanzelfsprekende reisinformatie in het voertuig | Column Jan van Selm

28 september 2023

Door: Jan van Selm - Directeur DOVA

 

Vanzelfsprekende reisinformatie in het voertuig

Vanzelfsprekend OV voor reizigers. Dat is de noemer waaronder we het OV steeds intuïtiever en aantrekkelijker willen maken voor reizigers. Om dat stap voor stap te realiseren ontstaan vele deelvragen. Welke dienstregeling voelt vanzelfsprekend? Welk niveau van toegankelijkheid en sociale veiligheid? Wat moeten mensen betalen voor het OV en hoe doen ze dat? Hoe worden reizigers behandeld en gecompenseerd bij verstoringen etc. etc. En zeker ook: hoe bieden we OV-reisinformatie vanzelfsprekend aan? En ook die vraag laat zich weer delen. Voor reisinformatie specifiek in voertuigen hebben we inmiddels een helder beeld. Beschreven in de CROW-richtlijn ‘Reisinformatie in voertuigen’ (2021). Die overigens nog niet overal doorgevoerd is.

 

Eén van de rollen die ik in DOVA-verband mag vervullen is het voorzitterschap van het ‘DOVA-netwerk Reisinformatie’. Hierin komen de specialisten reisinformatie vanuit onze ‘moederorganisaties’ (provincies, vervoerregio’s VRA en MRDH, OV-bureau GD) samen. We zoeken op allerlei deelterreinen van reisinformatie doorlopend naar logischer, duidelijker en begrijpelijker informatie voor reizigers. Zodat zij deze als vanzelfsprekend ervaren. Denk bijvoorbeeld aan: welke informatie wordt getoond op DRIS-panelen en hoe? Welke informatie heeft een reiziger nodig om haar of zijn weg te vinden op of rond een station of OV-knooppunt – en hoe komt zij/hij daaraan? Welk taalgebruik en welke pictogrammen zijn voor alle reizigers begrijpelijk? Hoe moeten we reisinformatie aanbieden voor mensen met een gezichtsbeperking? En ook: hoe tonen we welke reisinformatie aan reizigers die zich in een bus, tram, metro of regionale trein bevinden?

 

Het is moeilijk om iets gebruiksgemakkelijks te maken. Dat geldt ook voor reisinformatie in het voertuig. Daarom is het goed dat specialisten bijeen komen. En hun gebundelde kennis en know-how steeds verder brengen en vertalen in toepasbare kennis. De genoemde CROW-richtlijn ‘Reisinformatie in OV-voertuigen’ is een mooi voorbeeld. De gemiddelde reiziger heeft er vermoedelijk geen idee van dat de getoonde informatie het resultaat is van een veelheid aan gemaakte keuzen, zoals:

Welke informatie wordt getoond die voor een zo groot mogelijke groep relevant is?

Op welke momenten toon je de tussenliggende haltes en overstapmogelijkheden?

Welke woorden en pictogrammen worden daarvoor gebruikt?

Welk lettertype en welke grootte van letters worden gebruikt?

In welke kleuren wordt de informatie aangeboden?

Wanneer is er ruimte voor extra berichten en vervoerdersinformatie?

Onderzoeken laten keer op keer zien dat de leesbaarheid en begrijpelijkheid van de informatie voor reizigers staan of vallen met goede keuzen op alle genoemde vlakken.

 

Overigens, een goede richtlijn is één ding, implementatie in alle OV-voertuigen nog weer een ander. Normaliter werkt dit als volgt: de gebundelde kennis in een richtlijn wordt voorzien van een ‘data-architectuur’ en bijbehorende organisatie. En omgezet in een concessie-voorschrift bij een aan- of inbesteding. Dus in te voeren bij de start van een nieuwe concessie. Echter, door de lange looptijd van concessies kan het dan soms jaren duren voordat de beschikbare kennis ook leidt tot optimale reisinformatie voor alle reizigers.

 

We zijn daarom in het verband van het zogeheten Regionaal OV-Beraad (ROVB) het gesprek met de gezamenlijke concessiehouders gestart. Om te kijken of we binnen het vigerende stelsel toch niet structurele versnellingen kunnen doorvoeren. Specifiek op dit punt van reisinformatie in voertuigen. Maar eigenlijk met een bredere vraag in het achterhoofd: kunnen we manieren vinden om – waar de kennis voorhanden is – het OV voortvarend steeds vanzelfsprekender te maken voor reizigers?