Op 17 februari organiseerde de provincie Noord-Brabant een themabijeenkomst waarin zij terugkeek op hoe de transitiestrategie richting gedeelde mobiliteit voor West-Brabant tot stand is gekomen en de mogelijke gevolgen voor deze nieuwe concessie, waarbij Mobiliteit als Dienst (ook wel: Mobility as a Service) en integratie van doelgroepenvervoer en OV een belangrijke rol zullen spelen.
Om de stap te kunnen zetten van visie naar wat de transitie naar gedeelde mobiliteit werkelijk kan betekenen voor West-Brabant, hebben provincie, de regio West-Brabant (RWB) en alle 16 gemeenten een uitgebreid proces doorlopen. Insteek hierbij was het echt centraal stellen van de reiziger en samen kijken naar wat je kunt doen vanuit ieders verantwoordelijkheid om beter aan te kunnen sluiten bij de behoeften van de reizigers. Een belangrijk onderdeel hiervan is het samenbrengen van (WMO) doelgroepenvervoer en (het flexibele) regulier OV in één integraal systeem.
Het proces in West-Brabant, dat het grootste gedeelte van 2019 in beslag nam, kende onder andere ambtelijke werkateliers en marktverkenningen met zowel vervoerders als nieuwe mobiliteitsaanbieders en Mobiliteit als Dienst-partijen. Op bestuurlijk niveau zorgde een kopgroep met vertegenwoordiging van alle soorten van gemeenten, Regio West-Brabant en het Reizigersoverleg Brabant voor een goede voorbereiding van de bestuurlijke bijeenkomsten op regionaal niveau. Daarnaast zijn er op inhoudelijk vlak de nodige onderzoeken gedaan naar bijvoorbeeld verkeersstromen en mobiliteit als dienst. Het proces dat is doorlopen is beduidend anders dan de aanpak van een nieuwe concessie voorheen. Door het breder kijken naar mobiliteit, en het besef dat het een gezamenlijke opgave is om hier invulling aan te kunnen geven, kiezen gemeenten er voor om van een klantrol ten aanzien van openbaar vervoer te gaan naar een rol van mede-eigenaar van het mobiliteitssysteem. Dit bekrachtigden de gemeenten in december 2019 door, samen met de Regio, het Reizigersoverleg Brabant en de provincie een intentieovereenkomst te tekenen waarin alle partijen aangeven samen werk te willen maken van gedeelde mobiliteit. Bij deze intentieovereenkomst hoort een transitiestrategie. In de kern gaat het er daarbij om dat in West-Brabant straks iedereen van halte naar halte kan reizen met minimaal één mobiliteitsvorm. Dit kan een vorm van regulier OV zijn, maar bijvoorbeeld ook een flexconcept, een deelsysteem of het meerijden met iemand. Naast deze belofte aan de reiziger, gaat de transitiestrategie in op:
- het systeem (wat gaat er straks waar rijden in West-Brabant?), over
- verbindende schakels als mobiliteitshubs en mobiliteit als dienst, én over
- belangrijke waarden zoals betaalbaarheid, toegankelijkheid en duurzaamheid.
Het voert te ver om in dit artikel op alle aspecten uit de transitiestrategie in te gaan (de volledige transitiestrategie is hier te vinden).
In het eerste half jaar van 2020 werken de gemeenten in West-Brabant, provincie Noord-Brabant en Regio West-Brabant samen de opgaven nader uit. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van een 'serious game' om te komen tot een aantal mogelijke scenario’s voor de concrete invulling van gedeelde mobiliteit in West-Brabant. Met behulp van onderzoeken naar behoeften van (al dan niet potentiële) reizigers en vervoersstromen wordt het beeld zo scherp mogelijk gemaakt. De opbrengst van dit traject levert input voor de aanbesteding van de concessie, de aanbesteding van het Wmo-contract (inclusief Flexvervoer), het stimuleren van vrijwilligersinitiatieven en/of de realisatie van infrastructurele maatregelen (zoals Hubs).
De koers die Noord-Brabant en haar partners varen wordt nodig geacht om te kunnen meebewegen bij veranderingen in de maatschappij. Het voor de reiziger beter te maken en eenvoudig te houden betekent echter dat het achter de schermen complexer wordt. Het vraagt andere denk- en doekracht van bestuurders, ambtenaren en samenwerkingspartners. Dit alles is niet makkelijk, maar een belangrijke stap om samen verder te bouwen aan toekomstbestendige gedeelde mobiliteit. Ook andere OV-autoriteiten komen voor deze uitdaging te staan en daarom is het nuttig om te leren van de lessen van Noord-Brabant en ook de mogelijkheden te zien die verregaande samenwerking kan bieden in de realisatie van gedeelde mobiliteit in de toekomst.