Reizen is ontmoeten | interview met Hans Schoen

Binnenkort zal Hans Schoen met pensioen gaan. Over anderhalf jaar zwaait hij af als strateeg Openbaar Vervoer bij de provincie Utrecht. Ondertussen draagt hij zijn werkzaamheden van het OV-managersoverleg van DOVA over aan zijn collega. Dit biedt een mooi moment voor collega Fransje Oudshoorn om Hans te vragen naar zijn ervaringen en lessen van de afgelopen jaren in de OV-sector.

Hans is 21 jaar geleden bij de provincie Utrecht gestart. Eerst werkzaam als beleidsadviseur Cultuur en Welzijn, daarna enige tijd als griffier voor de ondersteuning van de statenleden. Acht jaar geleden maakte Hans de overstap naar het OV. “Ik wilde de laatste etappe van m’n loopbaan nog een keer met mijn voeten in de klei van de samenleving staan en iets doen wat mensen direct raakt”. Toevallig kwam er een vacature bij het team Openbaar Vervoer voorbij. “Daar heb ik op gesolliciteerd. En dat werd ik. En toen was ik van de een op de andere dag concessiemanager”. Daarna is Hans doorgegroeid als strateeg openbaar vervoer. “En zo ben ik zeven jaar gelegen bij het fraaie gezelschap van het OV-managersoverleg van DOVA gekomen.” De stap van Hans naar het OV kwam niet helemaal uit de lucht vallen. “Ik ben een mens zonder rijbewijs, dus ook zonder auto. Ik heb altijd al iets met het Openbaar Vervoer gehad”.

We kijken terug en bespreken zijn tijd als concessiemanager. “Er was toen net een aanbesteding. Vlak nadat ik begon, was de gunning. Ik kwam op een mooi moment, want we moesten met de implementatie aan de slag.” Dat liep echter anders. “We ontvingen een bezwaar van een verliezende partij en zij zetten dat bezwaar door. Zo kwamen we bij het College van Beroep uit. Binnen dat college was er net flink bezuinigd en het college had enorme stapels werk liggen. Er kwam dus almaar geen uitspraak. Ik moest gaan implementeren met een winnende vervoerder die niet zeker wist of hij in the end zou gaan rijden”. “We hebben de zaak uiteindelijk gewonnen, maar hielden effectief drie weken over voor de implementatie. We begonnen in een nat en donker december te rijden. De chauffeurs wisten niet waar ze naartoe moesten en vroegen de reizigers om hulp”. Daarmee komt Hans gelijk op één van zijn verwonderpunten: “Het is uiteindelijk allemaal goed afgelopen. Maar het is verwonderlijk hoe onterecht en op futiele punten vervoerders elkaar het leven zuur kunnen maken door de aanbestedende overheid aan te klagen, want uiteindelijk gaat het allemaal ten koste van de reiziger. Het heeft mij ook meteen vertrouwd gemaakt met het understatement dat OV never a dull moment is. Vast herkenbaar voor veel collega’s.”

“Onder druk kan je heel veel met elkaar bereiken. Ook als partijen verschillende belangen hebben”

Deze ervaring heeft hem ook in de jaren daarna geholpen. “Het heeft wel een soort tweede zintuig opgeleverd voor juridische risico’s”. Ook heeft Hans geleerd dat je onder druk veel met elkaar kan bereiken. “We hebben natuurlijk tussentijds half geïmplementeerd met de vervoerder. Er zijn nieuwe bussen gekocht en geleende bussen ingezet, waarbij sommige bussen op zaterdag nog in Groningen reden en de volgende zondagochtend in Utrecht. Ook als partijen verschillende belangen hebben, ben je soms onder druk gedwongen om elkaar te vertrouwen. Daar kunnen mooie dingen uitkomen”.

Hans ziet deze les ook voor de huidige post-Corona situatie, waarbij we structureel veel meer reizigers kwijt zijn dan we vooraf hadden gedacht. “De les over goede samenwerking en de les dat onder druk alles vloeibaar wordt, is ook het motto voor deze tijd”. Daarmee ziet hij de noodzaak om vanuit de één OV-gedachte samen te werken. “We hebben één gezamenlijk doel, namelijk goed, vlug en veilig OV realiseren voor reizigers. Dat moet ook altijd het vaandel zijn waar we achteraan lopen”.

Hans is kritisch op de huidige uitvoering van die één OV-gedachte. “Partijen hebben die zich nog te weinig eigen gemaakt. Het is nog te weinig één gezamenlijke agenda van alle overheden, alle overheidslagen, maar ook alle vervoerders en alle betrokken partijen”.

“Word heel erg goed in slim samenwerken en houd vast aan 2-3 prioriteiten”.

Hans gaat verder in op de noodzaak van zo’n één OV-gedachte. “Die agenda hebben we keihard nodig om het OV te behouden om de reiziger op een zo goed mogelijke manier van A naar B te brengen. Die agenda gaat ook over alle mooie issues waar het OV aan kan bijdragen, zoals ruimtelijke ontwikkeling, stedenbouw, circulariteit en duurzaamheid”. Hans ziet ook dat dit niet vanzelf gaat. “We zullen onszelf misschien wel een beetje opnieuw moeten uitvinden. Daarmee wordt het eigenlijk weer een hele leuke, spannende tijd”.

“Het wordt eigenlijk een hele leuke, spannende tijd”

Hans stelt dat we ons gezamenlijk moeten inzetten voor aantrekkelijke proposities voor reizigers, maar ziet dat de sector te veel bezig is met deelproblemen en details. “We zijn zo gericht op het samenspel met vervoerders en de contractuitvoering, dat de hogere doelen soms uit beeld raken”. Hij is kritisch op de waarde die de sector voor de reiziger realiseert. “Nieuwe producten of goede campagnes zie ik nu te weinig. We hebben als Nederland onze mond vol over duurzaamheid, maar we hebben geen klimaatticket. Ik mis de sense of urgency, want zo’n klimaatticket hebben we echt nodig om de reiziger terug in het OV te brengen én voor die andere maatschappelijke doelen”.

Hans stelt dat de overheid een rol heeft om de vervoerders uit te dagen en te prikkelen om met een goed en aantrekkelijk reizigersproduct te komen. “De Wp2000 heeft veel mooie dingen gebracht, maar heeft ook geleid tot een ingegroeid rollenspel, waarbij de markt het meest rijpe fruit uit de boom plukt. Misschien moeten we meer prikkels creëren voor vervoerders om bijvoorbeeld groeiambities hard en afrekenbaar te maken.” Bij de introductie van nieuwe betaalwijzen (OVpay) ziet Hans kansen voor nieuwe en betere (reis)producten. Aan de andere kant stelt hij dat we deze kansen dan ook moeten verzilveren. “Anders kan hetzelfde oerwoud aan producten blijven bestaan als met de OV-chipkaart”. Hij stelt dat de overheden dit niet alleen aan de vervoerders kunnen overlaten. “We hebben de uitgangspunten eerlijk, eenvoudig en flexibel vastgesteld. Hieraan moeten we vasthouden. Ook moeten we kijken waar de behoefte van de reiziger ligt en hierop gezamenlijke keuzes maken. Ik ben bang dat het productenpalet anders primair wordt ingezet vanuit technische systemen en business cases van vervoerders”.

“DOVA is de afgelopen jaren volwassen geworden, maar nog steeds wel lekker eigenwijs”

Hans heeft Samenwerkingsverband DOVA in de wieg meegemaakt en stelt dat DOVA redelijk volwassen is geworden. “DOVA heeft een brede blik en staat middenin de sector. Dat komt omdat we zo goed met elkaar samenwerken en omdat we de goede deskundigheid organiseren, ook vanuit de decentrale overheden”. Hans kijkt met veel plezier terug op de jaarlijkse excursies. “Ik kan me nog goed herinneren dat we voor ‘anders betalen’ naar Londen zijn gegaan. We moesten van het hotel met de Underground naar het vliegveld. We hadden driekwartier over en konden maar liefst drie keer overstappen via allerlei omwegroutes. We holden met zijn allen achter elkaar aan om die overstappen te halen. Dat soort bevlogenheid met een vleugje OV-gekte leidt uiteindelijk tot deskundigheid en resultaat”.

Samenwerking is één van de lessen waar Hans iedere keer op terugkomt. “Als je goed samenwerkt, dan kan je echt het verschil maken. Soms gaat het om vergezichten, strategieën en prioriteren, maar het moet ook door de medewerkers en achterban geladen worden met toepasbare OV-inhoud”. Hij stelt dat DOVA hier op een goede manier aan bijdraagt. “DOVA staat niet meer in de kinderschoenen en is nog steeds lekker eigenwijs. Dat is ook nodig om iets te bereiken”.

“Blijf je verwonderen en probeer je in de reizigers te verplaatsen”

Hans vindt het belangrijk om het contact met de werkelijkheid te behouden en geeft ons een aantal lessen mee. “Zorg dat je geregeld zelf met het OV reist; Organiseer een OV-safari op een miezerige herfstochtend, waarbij je ergens op een buurtbus gaat staan wachten; Blijf je verwonderen en probeer je in de reizigers te verplaatsen. Zoek daarin de verbinding en blijf nieuwsgierig in alles wat eromheen gebeurt”.

Hans houdt ervan om in het OV te zitten. “Ik hoop daar over anderhalf jaar weer meer tijd voor te hebben. Ik vind het een enorme meerwaarde hebben om doelloos in het OV te zitten, naar buiten te kijken, iets te lezen of mijn gedachten op een rij te zetten. Ik ben Neerlandicus van origine en houd heel erg van poëzie. Ik heb in de coronatijd een verzameling OV-gedichten aangelegd, die vaak juist over die individuele beleving en ervaring van de reis gaan. En dat is dus iets anders dan een rapportcijfer voor de schoonheid van het voertuig. Ook nuttig natuurlijk… Reizen gaat in essentie altijd over ontmoeten en beleven”. Dat heeft Willem Wilmink eens heel mooi in een gedicht verwoord over een echtpaar in de trein dat tegenover elkaar zit, en dus allebei iets anders zien:

Voor ‘t verre reisdoel kant en klaar
zit ik dus tegenover haar.
De trein maakt zijn vertrouwd geluid
en zij rijdt vóór-, ik achteruit.

We zien dezelfde dingen wel,
maar ik heel traag en zij heel snel.
Zij kijkt tegen de toekomst aan,
ik zie wat is voorbijgegaan.

Uit: Samenwerkingsverband DOVA - Nieuwsbrief 26 - oktober 2022