Mobiliteit en bereikbaarheid
Onze Nederlandse taal kent woorden die vaak in één adem genoemd worden, denk aan ‘normen en waarden’. In onze sector is dat ‘mobiliteit en bereikbaarheid’. Maar waar waarden geen normen zijn, verschillen bereikbaarheid en mobiliteit ook. Daarover wordt momenteel breed nagedacht. Na de eerdere omslag van ‘infradenken’ naar ‘mobiliteitsdenken’ staan we nu voor een omslag van ‘mobiliteitsdenken’ naar ‘bereikbaarheidsdenken’. Ik verwacht dat die omslag echt zichtbaar gaat worden in de Visie Mobiliteit 2050. Met doorwerking naar OV-opgaven de komende jaren.
Van infradenken naar mobiliteitsdenken
Er was een tijd dat de overheid haar rol rond mobiliteitswensen vanuit de samenleving vooral zag als zorg dragen voor infrastructuur. (Straat)wegen, spoorwegen, vaarwegen, stations, luchthavens, zeehavens etc. Dit ‘infradenken’ is de laatste decennia verschoven naar ‘mobiliteitsdenken’. Mobiliteitsdenken voegt een aantal elementen toe. Termen als ‘mobiliteitsmanagement’ en ‘anders betalen’ getuigen van de wens om de beschikbare infrastructuur optimaal te benutten. In dit denken past ‘steeds beter OV’ naadloos. OV is immers een vervoerwijze die vergeleken met de auto veilig is en weinig ruimte en energie vraagt. En op ‘kortere afstanden’ duurzamer is dan vliegen.
Van mobiliteitsdenken naar bereikbaarheidsdenken
Een fundamentele omslag in denken vraagt altijd tijd: vanuit de vigerende denkwijze wortelen zich automatische patronen in onze samenleving. Pas als onderwijsinstellingen hun lesprogramma’s aanpassen komt de definitieve doorbraak op gang. Inmiddels denk ik dat mobiliteitsdenken nu ‘normaal’ is. En tegelijkertijd dient zich een nieuwe denkrichting aan: bereikbaarheidsdenken. Dit voegt op zijn beurt weer een aantal componenten toe aan mobiliteitsdenken. Belangrijkste is mijns inziens dat we welvaart beter kunnen spreiden en verdere (auto-)mobiliteitsgroei kunnen remmen door (nabije) bereikbaarheid van levensbehoeften te vergroten. De 10-minutenstad, loop- en fietsbeleid, remote werken en bezorgdiensten zijn voorbeelden van bereikbaarheidsdenken.
Visie Mobiliteit 2050
‘De ambitie voor Nederland is een welvarend land voor de huidige en toekomstige generaties, waarin alle inwoners naar vermogen mee kunnen doen. Mobiliteit en bereikbaarheid zijn daarin medebepalend’. Aldus een recente startnotitie voor de Nationale Mobiliteitsvisie 2050, die volgend jaar wordt voorzien. De notitie lezend sluit ik niet uit dat de regering volgend jaar een ‘Nationale Bereikbaarheidsvisie 2050’ zal presenteren. Het gedachtegoed gaat in elk geval die richting uit!
Openbaar Vervoer voor bereikbaarheid
De komende omslag van mobiliteitsbeleid naar bereikbaarheidsbeleid zal ook doorwerken op het OV-beleid. OV zal brede bereikbaarheid moeten faciliteren. Als alternatief voor automobiliteit, maar ook als antwoord op steeds zichtbaar wordende ‘onbereikbaarheid’ voor specifieke groepen in onze samenleving. Dat vraagt enerzijds een verdere ontwikkeling van het ‘klassieke’ OV zelf. En tegelijk wordt OV onderdeel van Publieke Mobiliteit. Waarin de overheid samenhangende en vanuit reizigersperspectief ontwikkelde regie voert op alle haar ten dienste staande vormen van collectief vervoer. Met een uitgangspositie die door post-corona-vraagstukken, personele vraagstukken en prijsontwikkelingen wezenlijk moeilijker is dan in 2019. Een zeer uitdagende opgave die we als OV-sector vanuit de Visie Bereikbaarheid 2050 tegemoet kunnen zien!
Uit: Samenwerkingsverband DOVA - Nieuwsbrief 26 - oktober 2022