12 december 2024
Door: Paul Eradus – DOVA /OV-netwerk en CROW-KpVV
Lessen uit Praag
In oktober was ik voor CROW-KpVV bij de eBRT2030 Advisory Board en de eBus:conference in Praag. Het verslag staat op de site van KpVV: https://kpvv.nl/Netwerk-V-V/22-en-23-okt-24-Twee-events-in-Praag-eBRT-2030-en-
Een drietal lessen van het congres wil ik hier met jullie delen:
We kunnen leren uit het buitenland. Vooraf was ik enigszins sceptisch over wat een conferentie met nadruk op trolleybussen zou brengen. De belangrijkste les is dat in het buitenland op meerdere plekken heel zorgvuldig wordt afgewogen welke techniek waar het beste ingezet kan worden. Naast batterijbussen met depot charging bij lagere kilometrages en opportunity charging bij hogere kilometrages kijken de OV-partijen ook naar trolleybussystemen met in-motion charging voor lijnen met hele hoge kilometrages per dag, zeker in combinatie met sterke hoogteverschillen.
In Motion Charging / Trolley 2.0 is inmiddels een volwassen techniek. In Praag zijn na de ontmanteling van de trolleybusinfrastructuur in de jaren ’70 begin dit jaar twee nieuwe trolleybuslijnen gerealiseerd. Op de lijnen 58 en 59 rijden hoogfrequent gelede en dubbelgelede trolleybussen. Voordelen van het trolleysysteem zijn de continue stroomafname met lager piekgebruik, er is geen stilstand nodig om te laden en de bussen hebben beperkte batterijpakketten nodig. Slechts zo’n 55% van de trajecten in Praag heeft bovenleiding; ‘wissels’ en bovenleiding op het traject naar de remise ontbreken. Bij haltes worden de trolleystangen met een ‘druk op de knop’ tegen de bovenleiding gezet en bij het einde van de bovenleiding gaan de trolleystangen volautomatisch naar beneden. De investeringskosten en visuele hinder van de bovenleiding liggen daarmee een stuk lager dan bij traditionele trolleybussystemen.
Wordt de inzet van extra lange bussen de trend? In Marburg (Duitsland) kiest men vanwege krapte op de arbeidsmarkt voor een laagfrequente lijn (halfuursdienst), maar wel met dubbelgelede (trolley)bussen. Het lijkt mij waarschijnlijk dat, om voldoende reizigers te kunnen vervoeren bij een blijvend krappe arbeidsmarkt en krappe exploitatiebudgetten, ook in Nederland de inzet van gelede bussen of in steden zelfs dubbelgelede bussen veel groter gaat worden. Het is belangrijk om bij het ontwerp van infrastructuur, denk aan nieuwe busstations, haltes en remises, alvast rekening te houden met bussen tot 25 meter lengte. Nu flexibiliteit inbouwen voorkomt dat later de inzet van efficiëntere voertuigen beperkt wordt of hoge kosten voor aanpassing van de infrastructuur gemaakt moeten worden.