Column Jan van Selm | Verantwoordelijk marktgedrag in het OV

12 december 2024
Door: Jan van Selm - directeur  DOVA

Verantwoordelijk marktgedrag in het OV
In de CAO streekvervoer 2023-2025 spraken OV-bedrijven en bonden af om aansluiting te onderzoeken bij de zogenoemde ‘Code Verantwoordelijk Marktgedrag’. Die code richt zich op spelregels in een uitbestedingssituatie (dus opdrachtgever – opdrachtnemer - personeel). In DOVA-verband hebben we afgelopen jaar hierover op hun uitnodiging besprekingen gevoerd met OV-bedrijven en bonden. Uitgangspunten voor een code voor de OV-sector staan nu op papier. En gaan hopelijk – na bestuurlijke besluitvorming - bijdragen aan meer wederzijds begrip tussen werknemers, werkgevers en opdrachtgevers in het OV. Wat vervolgens hopelijk leidt tot voldoende, tevreden en gezond OV-personeel.

Op www.codeverantwoordelijkmarktgedrag.nl staat ongeveer: ‘de Code wil dat iedere uitbesteding van diensten winst oplevert voor alle betrokkenen. En doet daarom een moreel appèl op opdrachtgevers, opdrachtnemers en vakbonden om sociaal verantwoord en met respect voor de kwaliteit van de dienstverlening opdrachten uit te zetten, aan te nemen en uit te voeren. Verantwoordelijk marktgedrag dus. Het appèl is weliswaar niet juridisch afdwingbaar, maar daarmee zeker niet vrijblijvend. Er wordt wel wat van ondertekenaars verwacht’.

Eerder zijn (uitgangspunten voor) codes uitgewerkt voor de beveiligingsbranche, de schoonmaakbranche, de verhuisbranche en de cateringbranche. En nu dus ook voor het streekvervoer. De voor het OV opgenomen uitgangspunten omvatten bijvoorbeeld dat de OV-autoriteit in de aanbestedingsfase aandacht geeft aan prijs/kwaliteitsverhouding, gezonde werkdruk en gastheerschap door personeel. En de vraag hoe flexibiliteitsbehoeften bij OV-bedrijven en zekerheidswensen bij medewerkers zich tot elkaar verhouden. Ook veilig werken, diversiteit en inclusiviteit worden benoemd. Evenals de gewenste aantrekkelijkheid van de OV-sector voor werknemers. En om zo’n code ‘werkend en zich ontwikkelend’ te houden is regelmatig overleg tussen de ondertekenaars van de code onmisbaar en dus ook voorzien.

Hoe moet je nou tegen zo’n code aan kijken vanuit ons perspectief van decentrale OV-autoriteiten? Daar valt veel over te zeggen. Ik denk bovenal dat alle overheden ‘verantwoordelijk marktgedrag’ willen tonen. Vanzelfsprekend! En we willen allemaal ook dat er voldoende OV-personeel is dat gezond is, en goed op haar taken toegerust.

Verder vind ik ook de volgende punten van belang:

Ten eerste bevestigt deze code dat wij geen werkgever zijn en ook niet op de werkgeversstoel moeten willen zitten. Maar hij ontkent ook niet dat onze keuzen als OV-autoriteiten via een PvE wel degelijk ook van invloed kunnen zijn op (werkomstandigheden van) werknemers en hun relatie met de werkgevers/OV-bedrijven. Dat is denk ik ook een feit waar we ons toe moeten verhouden.

Verder bevestigt de code impliciet ook dat marktwerking - mits doordacht vormgegeven (zoals mijns inziens bij de Wp2000 het geval) en verantwoordelijk uitgevoerd - grote maatschappelijke waarde kan hebben.

Ten derde kan een code als deze alleen werken als er het echte vertrouwen in elkaar is dat de woordkeuze in de code geen dubbele bodems heeft, voor welke ondertekenaar dan ook. Vanuit ons decentraal OV-perspectief kan deze code bijvoorbeeld niet tot gesprekken leiden over de waarde van (door vrijwilligers gereden) buurtbussen in het totale OV-aanbod. En zo zullen bonden en werkgevers ongetwijfeld hun onderwerpen naar elkaar en ons toe hebben.

Verder wil ik onderstrepen dat meer wederzijds begrip zeker een groot goed is. Er zijn tal van onderwerpen waar ik graag meer gesprek over zou willen voeren met bonden en werkgevers, omdat ik onze inhoudelijke verschillen van inzicht niet goed kan begrijpen. Bijvoorbeeld de vaak gehoorde stelling dat OV-autoriteiten vooral aanbesteden op prijs. Met Programma’s van Eisen en Bestekken van vaak meer dan 200 harde kwaliteitseisen aan het aangeboden OV op basis waarvan een prijs wordt gevraagd kun je dit volgens mij moeilijk volhouden, voor welke OV-aanbesteding dan ook.

Elkaar beter snappen op dit soort onderwerpen vraagt wel gesprek. Ook – en dat is voor ons toch relatief nieuw - met bonden cq werknemers. Dat zien we vooralsnog vooral gezamenlijk voor ons, via Samenwerkingsverband DOVA. ‘Verantwoordelijk marktgedrag’ moet dan wat mij betreft ook zichtbaar worden door een houding van met elkaar te praten en echt naar elkaar te luisteren. En in beginsel bereid zijn bij overtuigende argumenten van standpunt te veranderen. Ik ben benieuwd wat de code verantwoordelijk marktgedrag ons gaat brengen!