Column - Bereikbaarheidskracht en vrijwilligersvervoer

10 juli 2025
Door: Jan van Selm - directeur Samenwerkingsverband DOVA

Bereikbaarheidskracht en vrijwilligersvervoer
Door georganiseerde vormen van vrijwilligersvervoer landelijk op te schalen kunnen we de bereikbaarheidskracht van veel mensen vergroten. Met alle positieve gevolgen van dien voor de samenleving: meer zelfredzaamheid en mogelijkheden om aan de samenleving mee te doen. 

 

Bereikbaarheidskracht en de rol van de overheid
‘Zelfredzaamheid’ en ‘meedoen aan de samenleving’ zijn denk ik een diepe menselijke behoefte. Maar daarvoor moet je wel beschikken over voldoende ‘bereikbaarheidskracht’. 

Dankzij de vele overheidswerken op het gebied van infrastructuur regelen veel inwoners hun gewenste verplaatsingen gewoon zelf. Lopend, fietsend, met het OV of met de auto. Zij beschikken over voldoende bereikbaarheidskracht. En in veel gevallen delen de rijkbedeelden hun bereikbaarheidskracht ook met hun omgeving. We brengen onze (klein)kinderen naar school, voetbal, het kinderfeestje etc. En opa en de buren even naar het station of het winkelcentrum. Daarmee heeft die omgeving ook voldoende bereikbaarheidskracht. Zie daar de meest basale vorm van vrijwilligersvervoer. Zo vanzelfsprekend dat we er niet over nadenken. Zonder verdere overheidsbetrokkenheid, de eigen kracht van de samenleving ten voeten uit.

De andere kant van dit spectrum is de grote groep mensen met weinig bereikbaarheidskracht. Niet van zichzelf, en niet vanuit de omgeving. Ontbrekende vervoermogelijkheden staan dan zelfredzaamheid en meedoen in de weg. Wat voor deze mensen tot allemaal problemen leidt. Hier komt de overheid in beeld. En wij vullen deze rollen ook op vele manieren in. In de eerste plaats door actief betrokken te zijn bij het voorzieningenniveau van regulier openbaar vervoer (OV), voor iedereen, tegen een door de overheid bepaald tarief. En overheden organiseren op veel plekken flexvervoer of regiotaxi. En stimuleren en/of faciliteren op vele plekken deelvervoer (deelauto’s, deelfietsen etc.).

 

Doelgroepenbeleid, doelgroepenvervoer en Publieke Mobiliteit
Daarnaast organiseert de overheid een waaier georganiseerde vormen van collectief vervoer voor specifieke doelgroepen. Een gegroeid uitgangspunt is daarbij: doelgroepenvervoer volgt doelgroepenbeleid. Gemeenten vullen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in, dus regelen ze ook het WMO-vervoer. Zorgverzekeraars bekostigen de zorg, dus zij organiseren ook het zittend ziekenvervoer. Het COA organiseert het asielbeleid, dus ook het vervoer van asielzoekers, enzovoorts. Overigens regelt een enkele overheidsdienst haar met haar doelgroep samenhangende vervoeropgave via het reguliere OV. Denk aan het vanuit OC&W bekostigde Studenten Reis Product. 

 

De kerngedachte van Publieke Mobiliteit is dat dit allemaal effectiever kan, door van alle nu nog losse vormen van doelgroepenvervoer samen met OV, flexvervoer en deelvervoer een aantrekkelijk en samenhangend geheel voor alle reizigers te maken. Dan kan met hetzelfde geld een veel beter vervoeraanbod voor alle reizigers – dus ook de afzonderlijke doelgroepen - worden gerealiseerd. Een mooie en nastrevenswaardige gedachte!

 

Georganiseerd vrijwilligersvervoer
Het bovenstaande voelt vanzelfsprekend. Reizigers redden zichzelf of kunnen zich dankzij hun omgeving zelf redden. En voor wie dat niet kan, organiseert de overheid vervoeroplossingen. En tegelijk leidt alle aandacht die OV, flexvervoer, doelgroepenvervoer en Publieke Mobiliteit krijgen tot een soort blinde vlek: mogelijkheden van georganiseerde vormen van vrijwilligersvervoer zijn bij ons als overheden weinig in beeld als aanvullende opties - en worden daarom wezenlijk onderbenut. En daarmee doen we de samenleving tekort!

 

De kern van georganiseerd vrijwilligersvervoer is denk ik dat mensen geïnspireerd en gefaciliteerd worden om de omgeving, waarmee zij bereid zijn hun bereikbaarheidskracht te delen, uit te breiden. Zoiets van: ‘ik had mijn dorpsgenoot van drie straten verderop best even naar het ziekenhuis willen brengen, als ik geweten had dat die daarmee was geholpen’. Of: ‘ja ik wil best chauffeur zijn op een buurtbus of in een ‘wijkpool’. Dit kunnen (gemeentelijke) overheden stimuleren en faciliteren. Zelfs simpel ‘waarderen’ kan al de trigger zijn. Maar dat feit valt bij veel (gemeentelijke) overheden buiten beeld. En zo laten we grote kansen liggen.

 

Daarom is het zinvol dat het Kenniscentrum Vrijwilligersvervoer doorlopend aandacht vraagt voor de kansen van georganiseerd vrijwilligersvervoer. Op de Dag van het OV 2025 werd hun – mede door de Stichting ‘Vervoer Voor Elkaar’ mogelijk gemaakte - publicatie ‘De kracht van vrijwilligersvervoer’ gepresenteerd. Zeer leesbaar en met veel kennis en inzichten! Hopelijk gaat hier een vliegwiel van uit. Waardoor velen met nu nog beperkte bereikbaarheidskracht straks meer kracht hebben die hen helpt zichzelf te redden en deel te nemen aan de samenleving.

 

NB. Deze column is een bewerkte versie van het voorwoord dat ik mocht schrijven voor de publicatie ‘De kracht van vrijwilligersvervoer’.  

Klik hier voor de publicatie .