Blik op de Nederlander èn op het ov

10 juli 205
Door: René Borsje, DOVA/OV-data

Op de Dag van het OV was ik inhoudelijk betrokken bij twee verwante sessies. De ene richtte zich op de vraag ‘waar blijft de reiziger?’ en de andere ging in op een nog uit te ontwikkelen meerjarig Imagoprogramma OV, inclusief een 0-meting onder de gehele Nederlandse bevolking. Hieronder een korte impressie van de sessies.

Waarom onderzoek onder de bevolking? 

De overheid benadert in Nederland het ov-systeem traditioneel vanuit aanbod. Met een programma van eisen wordt een betaalbaar systeem in de markt gezet, dat een zekere bereikbaarheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid voor de reiziger veiligstelt. Om te toetsen of die reiziger tevreden is met dat aanbod, wordt gebruik gemaakt van de welbekende ov-klantenbarometer. En om een betere kwaliteit te krijgen, kan de overheid een prikkel inbouwen door bijvoorbeeld een bonus of malus voor de vervoerder te koppelen aan bij een bepaald tevredenheidscijfer. De ov-klantenbarometer is het resultaat van onderzoek onder ov-klanten. Die barometer geeft een goed en bruikbaar beeld van de klanttevredenheid van de reiziger in het ov-voertuig.

Frequente en sub-frequente reizigers

Voor het ontwikkelen en uitvoeren van een meerjarig programma is een blik op de bestaande ov-klant onvoldoende. De klantwaarderingen in de ov-klantenbarometer kunnen namelijk om twee redenen niet worden gegeneraliseerd naar de Nederlandse bevolking. Ten eerste zijn in de steekproef de frequente (dagelijkse ov-gebruikers) en sub-frequente (reizen één tot enkele keren per week met het ov) oververtegenwoordigd. Afhankelijk van het type voertuig is ongeveer twee-derde (in de trein) tot driekwart (in de bus) een (sub) frequente ov-reiziger. Kijk je naar de Nederlandse bevolking dan blijft dat aandeel van die groep onder de 20%. En dat is meteen de tweede reden: die andere verhouding tussen frequente en infrequente reizigers heeft effect op het algemeen oordeel. Dat komt doordat frequente reizigers nu eenmaal het ov beter waarderen dan infrequente en voormalige ov-reizigers. Om die twee redenen is het bij de voorbereiding van het Imagoprogramma van belang dat je je 0-meting niet alleen onder reizigers in het ov, maar juist onder de Nederlandse bevolking houdt. Je wil niet alleen vaststellen hoe de Nederlandse bevolking het ov ziet. Je wil ook meer weten over de minder frequente en niet-reizigers. Met meer kennis kan je beter inschatten welke bevolkingssegmenten kansrijk zijn om met gerichte communicatie te benaderen. Daarnaast kan je met vervolg-metingen de effectiviteit van het programma volgen.

Afhakers – Hoewel je het ov-imago onder de Nederlandse bevolking met gerichte communicatie kan verbeteren, wil dat niet zeggen dat het ov altijd van uitstekende kwaliteit is. Naast communiceren is ook een kritische blik op het ov nodig. Want waarom haken reizigers af? In samenwerking met CROW heeft een eerder onderzoek onder de bevolking (18+) plaatsgevonden (n=1268). Gevraagd is of men in 2024 meer, minder of ongeveer evenveel met het ov heeft gereisd. Aan mensen die minder met het ov reizen (de afhakers) is gevraagd naar de redenen daarvoor. Desgevraagd geeft 28% van de afhakers aan dat het ov te vol/te druk is en nog eens 21% geeft aan dat een andere vorm van vervoer meer comfort biedt. En voor één op de vijf afhakers is ov simpelweg te duur. 

Inflatie - Dat het (niet) beschikbare geld in de huishoudportemonnee de daaropvolgende maand een rol lijkt te spelen, lijkt te worden bevestigd vanuit de CBS consumentenprijsindex (cpi). Deze index geeft de verandering weer in de prijzen die consumenten betalen voor producten en diensten. Dit maandelijks inflatiecijfer lijkt overigens een betere verklaring voor het stagneren van de reizigersaantallen, dan bijvoorbeeld de hoeveelheid regen die er in de betreffende maand is gevallen.

Auto en e-bike – Het aantal auto’s en e-bikes neemt in tegenstelling tot de fiets, nog steeds toe. Er lijkt geen duidelijke relatie met afname van het ov gebruik en de e-bike te bestaan: een deel van de mensen met e-bike reist juist vaker met het ov, terwijl een ander deel juist weer minder vaak met het ov reist. Wel beschikken afhakers relatief vaak over een auto en minder vaak een reguliere fiets.

Wat is nodig om (meer) met het ov te reizen?

In de presentatie ‘Waar blijft de reiziger?” is ook stilgestaan bij de vraag wat er voor de burger moet gebeuren om (meer) met het ov te reizen. Desgevraagd wordt een veelheid aan mogelijkheden genoemd. De meest genoemde (26%) ingreep is het ov voordeliger maken; 17% van de ondervraagde burgers geeft aan dat men niet (vaker) met het ov zal gaan. Een andere grote groep (26%) wil beter ov door meer comfort of een betere betrouwbaarheid. Een iets kleinere groep (18%) wil meer ov zodat het minder druk is in de spits of juist dat het ov langer op een dag beschikbaar is. Alle gewenste veranderingen kosten echter geld, of het ov-aanbod nu beter, meer of goedkoper wordt. Als je veranderingen door wil voeren moet je niet over één nacht ijs gaan. Zo kan bijvoorbeeld goedkoper ov aanbieden tot meer reizigers en drukte leiden wat weer tot onvrede of extra vertraging leidt. 

Tot slot

Voor wat betreft de stagnatie van reizigersaantallen, worden de komende tijd binnen NOVB-verband analyses verzameld, die door enkele vervoerders en overheden zijn verricht. Afhankelijk van de resultaten worden eventuele vervolgafspraken gemaakt. 

Los van die analyses, zijn binnen de NOVB ook afspraken gemaakt om een landelijke ov-monitor te ontwikkelen. Die monitor neemt de Staat van het OV als vertrekpunt en bouwt die in overleg met betrokken partijen verder uit. Resultaten uit het onderzoek die in dit artikel worden genoemd kunnen ook plaats krijgen in die monitor. Ook zetten we in op de ontwikkeling van het meerjarige Imagoprogramma OV. Met start van de 0-meting krijgen we inzicht in aan welke knoppen we kunnen draaien om Nederland trots op het OV te maken, OV in het hart te sluiten. Met andere woorden: wordt vervolgd.   

 

overzicht blik op de reiziger