Bij het uitbreken van de Covid-19-crisis in maart 2020 zijn enkele aanbestedingen van regionale OV-concessies uitgesteld. Dit als gevolg vanwege het uitblijven van marktinteresse door vervoerders vanwege de grote financiële onzekerheden door reizigersverlies, als gevolg van de landelijk ingestelde lockdowns. Met het instellen van noodconcessies hebben een aantal concessieverleners de mogelijkheid gekregen om de aanbesteding met maximaal twee jaar te verschuiven. Het directe gevolg hiervan was dat teveel aanbestedingen zouden gaan plaatsvinden in 2022 tot en met 2024. Er zijn echter maar enkele vervoerbedrijven op de Nederlandse markt actief en deze hebben beperkte capaciteit voor het maken van biedingen op aanbestedingen. Dit zou bij verschillende aanbestedingstrajecten mogelijk leiden tot geen, een minder aantal of kwalitatief minder goede biedingen. Het gevolg daarvan is dat OV-reizigers gedurende meerdere jaren mogelijk een lager kwaliteitsaanbod zou treffen dan wat mogelijk tot stand zou zijn gekomen onder normale marktdruk. Om die reden hebben de samenwerkende OV-autoriteiten gezamenlijk afgesproken om vanaf 2023 maximaal 2 aanbestedingen per halfjaar (of 5 aanbestedingen verspreid over een jaar) aan de marktpartijen voor te leggen. Dit heeft tot een verschuiving geleid van verschillende ingangsdata en looptijden van concessies tot en met 2030. Met deze aanpassingen zorgen de decentrale OV-autoriteiten ervoor dat vervoerders, voor wat betreft het opstellen van biedingen, zich niet gelijktijdig op meerdere concessies hoeven te richten. Tevens hebben de decentrale OV-autoriteiten afgesproken dat indien de Covid-19-crisis ook in de komende tijd ertoe zal leiden dat opnieuw noodconcessies moeten worden afgegeven, ook voortdurende afstemming van de aanbestedingskalender wordt betrokken.